Overweging bij 1 Koningen 19:8-13a en Matteüs 17:1-13
Gemeente van onze Heer Jezus Christus
Wat hebben we het soms hard nodig, om even afstand te nemen tot alles. Er zijn allerlei manieren om de sores in je eigen leven even te vergeten. Allerlei manieren… in bed blijven liggen en wegglijden in de roes van de slaap. Je in je werk of hobby of een studie storten. Jezelf overgeven aan muziek, film, iets om te lezen, een puzzel, sport of seks. Eten en drinken, dansen, drank of drugs, voor iemand zorgen of voor jezelf. Tuinieren, een wandeling, of een fietstocht om ‘even de kop leeg te maken’ zoals we dat dan noemen…
Soms hebben we een favoriete manier om te vergeten, en soms dwingen de omstandigheden ons om iets anders te proberen en te roeien we met de riemen die we hebben. Afstand nemen door je even onder te dompelen in iets totaal anders. Even weg bij pijn, weg bij verdriet, weg bij zorgen en stress, weg bij onzekerheid, weg bij alles wat akelig voelt of onaangenaam.
Jezelf ergens in onderdompelen om even afstand te nemen tot alles… je zou alle pogingen daartoe misschien kunnen vergelijken met afdalen onder water. Het trapje van het zwembad af, of vanaf het strand steeds een stapje dieper de zee in. Waar onder water alle geluiden gedempter zijn, het licht anders is, er is even een laag tussen jou en de wereld.
Elia wilde ook afdalen, zichzelf onderdompelen in de slaap, hoorden we een paar weken geleden. Want hij zag het niet meer zitten. Maar dan is er een engel die hem opwekt en in een andere richting stuurt. Door de woestijn naar de berg van God.
Hij daalt niet af maar klimt omhoog. Dat is ook een manier om afstand te nemen, maar dan anders. Je doet de luiken niet dicht naar de wereld maar neemt afstand om meer overzicht te krijgen. Dagboekschrijven is een manier om dat te doen. Je verhaal delen met iemand die naar je luistert ook. Praattherapie, of kunstzinnige therapie, of andere manieren om ‘je gedachten op een rijtje te zetten’ horen er ook bij.
Even opstijgen, boven de wereld zweven, boven je levensverhaal naar beneden kijken en op zoek gaan naar wat dat andere perspectief je oplevert. Het kan enorm behulpzaam zijn.
Die berg van Elia is trouwens dezelfde berg als de berg uit de verhalen van Mozes. Mozes klimt omhoog namens het bange volk om God te ontmoeten en krijgt daar de tien geboden. Richtingwijzers van zo gaat ‘ie goed, zo blijf je in het juiste spoor. Gerechtigheid doen, dan blijf je op de juiste weg, dan wandel je met God.
Elia krijgt op de berg trouwens de opdracht om af te dalen de wereld in. Daar moet het gebeuren. Ik kan me niet voorstellen dat hij daar zin in heeft.
Petrus lijkt er ook geen zin in te hebben. Nou ja, hij wil als hij Jezus met Mozes en Elia ziet praten, heel vriendelijk wat tenten opbouwen. En krijgt dan al snel door dat dit niet de bedoeling is. Een visioen met een stem: dit is mijn geliefde Zoon, hoor naar hem. En dan zijn Mozes en Elia weg en zien ze alleen nog Jezus. Op de berg blijven met hun hoofd in de wolken? Niks ervan. Terug naar beneden. En met wat Jezus ze vertelt moeten ze het doen.
Als we kijken naar de verhalen over Mozes op de berg en Elia op de berg, dan staan die twee figuren symbool voor de principes, de richtingwijzers, de gedachten over hoe God wil dat we leven (Mozes), én voor de praktijk van het leven, voor het gegeven dat we die principes in de praktijk moeten brengen ook als we dat niet leuk vinden (Elia). Jezus is met ze in gesprek, en uiteindelijk dalen de leerlingen met Jezus de berg weer af. Met hem moeten ze het doen, met zijn uitleg van de principes in zijn woorden lessen, en met zijn uitleg hoe je dat in de praktijk brengt, via zijn daden. Onze vier evangeliën zijn juist daarom boeken met de uitleg en het voorbeeldgedrag van Jezus erin.
Er zit nog iets in beweging van naar boven op de berg en weer naar beneden. Want het is niet alleen door de beweging naar beneden te maken, door onszelf onder te dompelen dat we de wereld kunnen vergeten. Ook het opstijgen en de wereld van een afstandje gaan bekijken kan een vorm van vluchten zijn.
Het is een heerlijke vorm van vluchten: als je maar hoog genoeg klimt worden de problemen vanzelf kleiner. Je gaat de grote lijnen zien. Of althans dat denk je. Wie heeft nooit eens in een of ander gesprek over de problemen in de wereld lekker uitgezoomd en oplossingen verzonnen gevat in zinnetjes die begonnen met de woorden “als ze nou eens…” Ik moet denken aan de generaals, iemand noemde ze bureaucraten in uniform, die hele legerdivisies als poppetjes of symbooltjes over een kaart schuiven.
De landkaart wordt een spelbord, als je maar genoeg uitzoomt. En de wezens die worden gereduceerd tot een symbooltje, een plaatje van 1 kenmerk van die wezens gaat voor het hele wezen staan… je voelt waar ik heen wil misschien?
Ik wil naar die piloot die vanuit de hoogte een bom afwerpt op een doelwit. De beslisser hoog in de hiërarchie die vanuit een overkoepelende strategie en soms zelfs met hulp van een algoritme bepaalt wie er moet worden uitgeschakeld, geneutraliseerd, welk gebied moet worden ingenomen?
Boven op de berg op veilige afstand hoef je het leed niet in het gezicht te kijken. Reduceer je hele groepen mensen tot één kenmerk. Maar we moeten de berg af. Soms tegen wil en dank, lees Elia. We moeten van de berg af daarom lezen we in de evangelieverhalen steeds weer over de ontmoetingen van Jezus niet met hele groepen mensen maar met individuele mensen. Geen algemeen verhaal over zondaren en tollenaars en melaatsen, maar die ene blinde, die ene melaatse, die ene weduwe, die ene ontmoeting.
En waar wil ik dan naartoe? Voel je wel denk ik he? Ik wil naar afgelopen week op de radio, het verhaal van die mevrouw uit Libanon dat ik hoorde, waarna de presentator concludeerde dat dit de beleving van de oorlog ineens wel heel dichtbij bracht.
Als we de principes van Mozes in de praktijk willen brengen, moeten we steeds opnieuw naar het menselijke verhaal achter de cijfers, achter de principes, achter de abstractie toe. En dat vervolgens weer mee terugnemen de berg op. Je gunt ons land politici die bereid en in staat zijn om dat te doen. Wat zou Jezus doen? Het antwoord op die vraag zou velen wel eens helemaal niet kunnen bevallen.
Maar laten wij nou niet altijd degene zijn die wegduiken door zich ergens in onder te dompelen, hoofd onder de dekens en niks aan de hand. Laten wij nou niet altijd degene zijn die zich terugtrekken in de afstand door over mensen te praten als groepen, als stromen, als cijfers, als problemen. Laten wij de mensen aanzien als mens met meer kenmerken dan waar ze vandaan komen, wat hun politieke voorkeur is, hun sociaaleconomische status, hun afkomst, hun lichamelijke toestand, hun schuldenproblematiek of verblijfsstatus. Hoe ongemakkelijk en onaangenaam dat soms ook is.
Aan ons om de afstand te overbruggen. De berg op te gaan en weer af te dalen.
Gelukkig oefenen we ons daar hier elke zondag in. Opgaan en weer afdalen. Jullie wisten het misschien niet, maar de liturgie is net een bergwandeling.
Aan het begin van de dienst komen we bij elkaar als wandelaars aan de voet van de berg. We slaan onze ogen op en zien de hoge bergen aan, (welke psalm is dat ook alweer?). Uit die Psalm komt ook het vertrouwen dat we uitspreken, dat onze Hulp is van de Heer. Dan pakken we in het kyrie onze rugzak even uit om overbodige ballast bij de fiets of de auto achter te laten.
Vol goede moed gaan we gloria zingend op weg. Het pad slingert langs allerlei interessante, soms vreemde gezichtspunten in de oude verhalen, hopelijk zien we nieuwe dingen.
En in de uitleg, hopelijk is daar ook wat ruimte voor je eigen gedachten en reflecties, wens je dan even door de bomen heen het bos weer te zien of, met een ander beeld, even op de top van de berg terecht te komen en nieuw uitzicht te krijgen op de wereld en op de weg die je door die wereld wilt gaan.
In de collecte en de gebeden daal je daarna weer af van die berg, je verlaat de open plek, want je moet de wereld weer in. Je bent geïnspireerd om te delen, en weet weer even wat je voor die wereld wilt doen en zijn.
Ten slotte, elkaar het beste wensend met de zegen gaat ieder huns weegs. De eigen wereld in. Hopelijk met een hart dat zich gezien heeft gevoeld. Met ogen die de ander kunnen zien. En met oren die weten te luisteren naar het unieke van ieders verhaal. En met handen die van delen weten.
Amen