De voetenwasrevolutie

Overdenking bij Johannes 13:1-15 (de voetwassing)

Gemeente van onze Heer

Wat doet Jezus nou? Hij wast de voeten van zijn leerlingen, dat was je reinste slavenwerk. En dat in een wereld waar slavernij wijdverbreid en sociaal geaccepteerd was. Slaaf werd je niet voor je lol. Je was gevangengenomen in de strijd, dat gold vaak voor buitenlandse slaven. Of je had schulden niet af kunnen betalen, dan kon je jarenlang tot slaaf worde gemaakt om je schulden in te lossen.

Geen mens koos er vrijwillig voor om eigendom van een ander mens te zijn. Ieder domein van je leven: wat je moest doen, de indeling van je dag, waar je woonde en sliep, wat je at en dronk, óf je mocht slapen eten en drinken, met wie je relaties onderhield, je had geen keuze. En zelfs over je eigen lichaam konden je meesters beschikken. Als ze seks van je wilden. Of je met lijfstraffen de les wilden leren. Alles kwam voor.

En dan doet Jezus slavenwerk.

Maar. misschien is dat wel passend op het Pesachfeest. Want staan juist dan niet de verhalen centraal over de slavernij in Egypte, waaruit het Joodse volk is bevrijd? En worden ze niet steeds opnieuw aan die slavernij herinnerd op het moment dat ze verteld wordt dat ze barmhartig moeten zijn voor anderen, solidair met vreemdelingen en weduwen en wezen? ‘Want jullie zijn slaven geweest in Egypte…’

Het kan zijn dat Jezus hier, net als met die intocht in Jeruzalem, een kritisch toneelstuk opvoert, zoals profeten in de Bijbel dat wel vaker doen. Ze laten zien wat de bedoeling is, of wat ze bedoelen. Hun handelen is een kritisch commentaar op wat er in hun omgeving gebeurt. We kunnen dan wel mooi Pasen vieren met elkaar: als we niet bereid zijn om daar consequenties aan te verbinden, heeft het niet zo veel zin.

Liever zetten we Jezus op een troon in de wolken, met zijn voeten op de regenboog, en houden we onszelf voor dat dát het beeld is waar je je aan mag vasthouden als je Jezus volgt. Het ultieme doel, pracht en praal en macht. Maar nee… wij volgen iemand die vrijwillig het vuil van andermans voeten wast. En dan niet als eenmalige stunt, maar als levenshouding.

We lijken meer op Petrus dan op Jezus, want Petrus weigert eerst.

Hoe zou jij het trouwens vinden als iemand die jij erg bewondert jou de voeten wast? Misschien moeten we het iets uitvergroten, en zeggen: hoe zou jij het vinden als iemand naar wie jij opkijkt jou helpt op het toilet? Het zou je, als ik een beetje mensenkennis heb, op zijn minst in de war brengen. Laat me het dan liever zelf doen. Of laat het iemand doen die ervoor wordt betaald. Of iemand die mij dichtbij staat.

Wat maakt die ander van zichzelf als die jou de voeten wast? Wat maakt diegene van jou als jou de voeten gewassen worden? Wat doet dat met jullie onderlinge verhouding? Wordt die niet op zijn minst gelijkwaardiger? Intiemer?

Naast het uitbeelden, de les die het voetenwassen is over dat we barmhartig moeten zijn voor anderen, laat het dus ook iets zien over de relatie die we moeten aangaan. Gelijkwaardig, bereid zijn iemand dichtbij te komen. Waar je barmhartigheid, goed doen aan een ander nog zou kunnen zien als het toewerpen van een tientje aan een bedelaar, of het overmaken van geld voor arme kindertjes, kortom barmhartigheid kan ook van afstand, voegt Jezus’ voetenwasuitbeelding eraan toe dat je je niet op afstand moet houden.

Het is niet zozeer de bedoeling om (om een oude politieke spreuk aan te halen) die ander te verheffen. Het is allereerst de bedoeling om jou aan die ander gelijkwaardig te verklaren.

Sinds Jezus de Maaltijd heeft aangewezen als het moment om hem te gedenken, en de voeten van zijn leerlingen heeft gewassen, is dat natuurlijk precies wat christenen door de eeuwen heen hebben gedaan. En daarmee hebben ze een einde gemaakt aan ongelijkheid, aan discriminatie, aan racisme, aan haat tegen vrouwen en homo’s en vreemdelingen. Het werd onder leiding van de christenen 1 grote inclusieve wereld. We zijn immers gelijkwaardig!

Nou… knappe kop die dat in onze geschiedenis kan terugvinden.
En ook vandaag… Kom er maar eens om bij de machthebbers van deze wereld.
Kom daar maar eens om bij onze christelijke zusters en broeders.
Kom er maar eens om bij onszelf.

Dit verhaal blijft actueel.

Ik zei een paar weken geleden dat een rooster van bijbellezingen heel prettig is, maar ook verhullend kan werken. Omdat we Kerst en Pasen aan bepaalde dagen koppelen. Terwijl die verhalen er zijn voor iedere dag. Het is iedere dag Kerst en iedere dag Pasen, iedere dag mogen we leven met de betekenis daarvan en iedere dag worden we geacht daaruit consequenties te trekken voor hoe we in de wereld staan.

Zo is het ook met de voetwassing. Dit verhaal is iedere dag aan de orde. Jezus zit als het ware iedere dag aan jouw voeten met die waskom van hem. En als jij hem jouw voeten laat wassen én volhoudt dat jij zijn volgeling bent, dan doe je hetzelfde. Dan ben je hetzelfde naar anderen. Dan ben je daarop aanspreekbaar en laat je je daarop aanspreken.

Hoewel je het zou kunnen zien als een lief tafereeltje met een teiltje, zeep en misschien wat puimsteen, is het een radicaal en revolutionair verhaal. Het doet daarin bijna niet onder voor Pasen zelf. Het is daarom maar goed dat Jezus zelf ons nodigt om aan te sluiten bij de Maaltijd. Anders zouden we het niet durven.

Amen