“Er zijn in iedere week twee dagen waarover we ons geen zorgen zouden moeten maken. Twee dagen die we niet moeten bekijken met welke vorm van angst of zorgen dan ook.” Lees deze tekst uit 1900
De eerste dag: gisteren
De eerste van deze twee is gisteren, met zijn vergissingen en zorgen, zijn ongemak en zijn pijn, zijn fouten en blunders. De dag van gisteren is voorgoed ontsnapt aan onze greep. Met geen geld ter wereld kunnen we gisteren terugkopen. We kunnen niet één ding dat we deden ongedaan maken. We kunnen niet één woord dat we zeiden uitwissen. We kunnen geen enkele vergissing rechtzetten. De dag van gisteren ligt voorgoed voorbij onze mogelijkheden om iets ervan te herroepen. Laat gisteren gaan.
De tweede dag: morgen
De andere dag waarover we ons geen zorgen zouden moeten maken is morgen: met zijn mogelijke strijd, zijn stress, grote beloften en eventueel falen. Ook de dag van morgen ligt voorbij onze mogelijkheden.
De zon zal morgen opgaan in heldere stralen of achter een dik pak wolken – maar hij zál opgaan. En tot dat hij dat doet, kunnen wij geen grip krijgen op de dag van morgen. Omdat die, tot dat moment, niet geboren zal zijn.
Alleen: vandaag
Er is dus maar 1 dag om mee om te gaan: vandaag. Een mens kan slechts de strijd voeren van één dag tegelijk.
De dag van gisteren en de dag van morgen brengen zinloze zorgen. Laten we daarom besluiten dat we per dag niet met meer proberen om te gaan dan wat die dag op onze weg komt. Elke dag opnieuw.
Robert J.Burdette (1844-1914), Amerikaanse humorist/predikant
vertaling en bewerking: Kaj van der Plas