Bij Filemon 1
en Deuteronomium 15:11-18
Slaven houden was heel normaal in Israël in de tijd waarin de Bijbel geschreven is. Het was wel iets dat voorbehouden was aan de rijken trouwens. Had je veel slaven, dan had je status. Je gaf ze je dochters mee als bruidsschat. En je liet ze klussen doen die je zelf ook kon, puur om goede sier te maken. Als je arm was verkocht je je vrouw en/of je kinderen voor een jaar of drie om uit de schulden te raken, en wanneer je jezelf verkocht werd je in het zevende jaar vrijgelaten. Dat lazen we net. Ook als bijvrouw waren slavinnen onder de rijken geliefd trouwens. Van de Aartsvaders weten we dat ze er meerdere hadden. De bekendste naam is misschien wel Hagar, de bijvrouw van Abraham.
God gebiedt nergens in de Bijbel om de slavernij af te schaffen. Er worden zelfs in naam van God regels gegeven over hoe je je slaven moet behandelen. Uitgebreid. De Israëlitische slaven weer anders dan slaven van andere afkomst. De gebruiken in het Oude Israël wijken iets af van die in de rest van de uit die tijd bekende gebruiken in andere delen van de wereld. Namelijk dat de rechten van slaven redelijk worden omschreven, ze worden min of meer beschermd.
Het gaat met de slavernij zo door tot in het Nieuwe Testament. Verhalen te over. Denk aan het verhaal van Jezus die de slaaf van de Romeinse centurion geneest. Of hoe hij het oor van de slaaf van de Hogepriester, afgeslagen door Petrus, er weer aan zet. En in Jezus’ gelijkenis van de verloren zoon zegt die bij zichzelf: laat mij maar terugkeren als een slaaf van mijn vader: dan heb ik tenminste te eten. Jezus vergelijkt de relatie tussen God en mensen als tussen die van een heer en zijn slaven. Draait die relatie om wanneer hij de voeten van zijn leerlingen wast…
Je kunt dus best beweren dat slavernij niet per se afgekeurd wordt in de Bijbel. Maar dat mag je dat natuurlijk niet zomaar plakken op de vorm van slavernij in de Gouden Eeuw. Toch werd dat wel gedaan. Daar hadden ze dan ook een ander verhaal voor nodig, het verhaal dat de mensen die ze uit Afrika haalden nakomelingen van de vervloekte Cham waren.
Dus toen in de Verenigde Staten op 1861 voorstanders en tegenstanders van slavernij de rabbijnen om advies vroegen, de joden waren immers experts op het gebied van het Oude Testament, was er een die zei dat slavernij onder de bescherming van de tien geboden stond. Terwijl een ander zei dat het een zonde tegen de Eeuwige was om een mens die was geschapen naar Zijn beeld tot slaaf te maken.
Daarin zie je de twee standpunten terugkomen. Ook de twee standpunten ten opzichte van wat we in de bijbel tegenkomen: moet je het naar de letter interpreteren en 1 op 1 transplanteren naar het hier en nu? Of moet je het naar de geest interpreteren, de context meenemen in je uitleg en een vertaalslag maken? Wij zeggen natuurlijk: dat laatste. Want stiekem is het eerste onhoudbaar. Zelfs hardcore fundamentalisten doen bij sommige passages een flinke scheut water bij de wijnazijn.
We moeten het Paulus dus maar niet kwalijk nemen dat hij over een slaaf spreekt als iets heel normaals. En ook niet dat hij de meester vraagt de slaaf terug te nemen en hem dan liefst naar Paulus terug te sturen omdat die op hem gesteld is geraakt.
We kunnen genieten van Paulus’ strategie om Filemon te overtuigen. Hij zegt bijvoorbeeld: natuurlijk ben ik je meerdere, maar daar wil ik nu geen beroep op doen. Ik doe je een verzoek en je bent vrij dat in te willigen of niet. Dat is een benadering die behoorlijk wat weerstand doet smelten denk ik. En er was iets gebeurd tussen Filemon en Onesimus dat niet door de beugel kon. Onesimus was zelfs weggelopen… iets waarvoor Filemon hem ter door zou kunnen brengen. Maar hij is nu voor Paulus als een zoon, en die vraagt of Filemon hem wil ontvangen als een vriend.
Moet je voorstellen: die brief komt niet alleen bij Filemon terecht, maar bij de hele gemeente waar Filemon bij hoort. Post van Paulus! Filemon ziet de ogen van de anderen op zich gericht, hij denkt wel twee keer na. En dat is precies wat Paulus vraagt. Denk even na, denk voor jezelf. Voel wat je voelt maar denk voordat je handelt. En: Onesimus is christen geworden. Zie hem met andere ogen nu.
Paulus vraagt niet of Onesimus alsjeblieft vrijgelaten mag worden. Dit past bij Paulus’ standpunt. In de brief aan de Korintiërs roept hij de lezers bijvoorbeeld op te blijven wat ze waren (besneden of onbesneden, getrouwd of ongetrouwd, slaaf of vrije) toen ze tot geloof kwamen. En hij schrijft: ’Een slaaf die in Christus gaat geloven, is eigenlijk vrij. Want christenen zijn vrije mensen. En andersom: Iemand die vrij is en in Christus gaat geloven, is eigenlijk een slaaf. Want hij komt in dienst van Christus.’
De maatschappelijke positie doet er dus niet toe. Of misschien is Paulus wel bewust niet uit op een soort revolutie. omdat hij immers gelooft dat het nog maar kort zal duren voor Christus terugkomt, Of misschien zou je kunnen zeggen: de verandering moet van binnenuit komen. Het gaat om het hart. De harten van de mensen, daar moet het beginnen, de vrijheid. Het hart als beeld van diep vanbinnen.
Kan het, kun je plotseling met heel andere ogen naar iemand kijken? Paulus nodigt Filemon uit om met de ogen van hemzelf, misschien zelfs met de ogen van Christus naar Onesimus te kijken. Van een slaaf, een weggelopen slaaf hem ineens te gaan zien als vriend. Daar vloeit een andere behandeling uit voort. Paulus nodigt de slaaf uit om zichzelf niet langer te zien als ondergeschikt aan zijn meester, al is dat wel zijn plek in de maatschappij, maar zichzelf vooral te zien als net zozeer slaaf van Christus als zijn meester dat is. Wij doen wat hij gebiedt.
Daar zit dan meteen de veilige buffer: slaven en meesters zijn gelijk, maar als knechten van Christus gedragen ze zich op een goede manier. De slaaf zal niet brutaal worden zo van ‘we zijn immers gelijken’. En de meester zal de slaaf niet vernederen. Zo wordt een zachte verandering ingezet. Hoewel gezegd moet worden dat slaven in het Romeinse Rijk carrière konden maken, rijk konden worden, huisvriend van hun meesters zelf. Denk opnieuw aan de centurio die bij Jezus kwam om zijn slaaf te laten genezen. Het is dus niet iets specifiek christelijks dat je met inachtneming van de rangen en standen goed met elkaar om wilt gaan.
Wat zegt dit ons, dit verhaal? De kinderen horen misschien dat je gevangen kunt zijn en vrij tegelijkertijd. Dat je vrienden kunt zijn ook al is je positie heel verschillend. Helemaal waar. Wat ik daar voor ons aan wil toevoegen is, dat de grote veranderingen van binnenuit komen. Dat je bij een revolutie altijd het spoor terug kunt volgen en de kleine tekens in de harten van mensen lang van tevoren al kunt ontwaren. En dan komen ze aan de oppervlakte, en dan komt er een beweging op gang, en dan slaat het vuur van de revolutie om zich heen. En als de puinhopen zijn opgeruimd is de nieuwe gedachte vaak geïntegreerd, gemeengoed te worden. En kun je je niet voorstellen dat men er ooit anders over dacht.
Dat betekent dat ook jij het begin van een verandering kunt zijn. Door nee te zeggen tegen welke vorm van slavernij dan ook. Tegen de slavernij aan de zogenaamde meerderheid die onrecht in stand houdt. Stop zelf met onrecht doen. Tegen de slavernij aan de manier waarop wij de aarde uitbuiten. Begin zelf met verandering. Tegen de slavernij waarin we andere mensen dwingen. Verander je koopgedrag. Tegen de slavernij aan negatieve gedachten over jezelf of anderen, het pessimisme dat altijd gelijk heeft: zeg een keer nee tegen negativiteit. En uit dat nee worden ja’s geboren. Ja’s in woorden en gedrag uitgesproken en uitgedragen.
Dat is iets waar ik me rond de slaaf van Sint Nicolaas maar een beetje aan vast meen te moeten houden, trouwens.
Bron: handleiding Bijbel Basics; Wikipedia