Kerstpreek – JA!
In een begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog onleefbaar en levenloos. Toen sprak God: laat er licht zijn. En er was licht.
Zo begint het allereerste verhaal in de Bijbel. Het is geen geschiedenis hoor, het is een verhaal. Het verhaal over het allereerste begin van alles wat is.
De Bijbel begint niet alleen met dat verhaal omdat het het eerste verhaal is. Of omdat het over het begin van alles gaat. Nee, er is nog een andere reden.
Stel je voor: als je met iemand op reis gaat die je nog niet kent, dan stel je je aan elkaar voor, toch? Je probeert in te schatten wat voor iemand die ander is. En je vertelt ook over jezelf zodat de ander een beetje met jou kan kennismaken.
Zo laten de bijbelschrijvers ons in het alleereerste verhaal van de Bijbel kennis maken met de God die in de rest van dat dikke boek een rol zal spelen. Onze eerste ontmoeting met God laat ons zien wie Hij is, voordat we met hem op reis gaan.
Deze God begint met de wens om ruimte te maken voor een wereld voor leven. Een wereld met licht om naartoe te groeien, en donker om rustig te kunnen slapen. In één woord begint het bij deze God met een JA! Ja, laat er licht zijn. Ja, laat er een leefbare aarde ontstaan. Ja, laten er mensen komen. Zo maken we dus kennis met God voordat we door alle verhalen heen met hem op reis gaan. We leren hem kennen als de God die met een Ja begint!
Bij deze God begint het met een JA! En dat ja horen we ook in ons kerstverhaal van vanavond. Het kerstverhaal is ook het verhaal over een begin. Over het begin van het nieuwe begin dat God wil maken. Ondanks dat we in het lied ‘Stille Nacht’ zingen over deze wereld als een wereld verloren in schuld: ik denk niet dat dat waar is. Gods ja is niet verdwenen, het wordt opnieuw uitgesproken. Krachtiger dan ooit.
In het Kerstverhaal begint God weer met een JA tegen onze wereld zoals die geworden is, JA tegen ons mensen zoals we zijn. Die geboorte van het kindje Jezus in de stal, waarvan gezegd wordt dat hij de Zoon van God is… Het verhaal vertelt ons op die manier dat God zelf geboren wordt daar waar dat jongetje van Maria geboren wordt. Daar klinkt het ja. Intenser dan daarvoor. God die geen God blijft maar mens wordt. En zo ja zegt tegen het menszijn. Opnieuw. Ondanks alles wat er is voorgevallen.
Toen ik mij dit realiseerde, dat het ja van God steeds het begin is, toen deed dat iets met me. Plotseling realiseerde ik me hoe vaak ik als mens “nee” hoor. En hoe vaak ik dat ook om me heen zie gebeuren.
Nee, je bent niet goed zoals je bent, niet mooi, zegt de reclame. Of nee, zoek het geluk ergens anders, groter en meer dat is beter. Nee als jij je niet aanpast hoor je er niet bij, zegt de samenleving. Het nee ontneemt mensen de ruimte. Het ontneemt mensen hun mogelijkheid tot groei, en tot levensvreugde. Het ontneemt mensen soms letterlijk de adem.
En al die nee’s echoen en echoen van binnen. We zeggen nee tegen onszelf. Nee, dat lukt mij toch nooit, nee dat kan ik toch niet, nee dat mag ik niet denken, nee dat mag ik niet voelen.
Het komt soms zelfs zo ver dat we leren te beginnen bij het nee. Nee heb je, ja kun je krijgen.
—
Midden in de nacht van het nee, nee voor jou is geen plaats, nee je bent te armzalig, te klein, mens je doet er niet toe… midden in de nacht van het nee klinkt plotseling een ja. Daar ergens achteraf in het donker van Betlehem begint God opnieuw. Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven. Laat er licht zijn, ik maak ruimte, mens leef in vrede!
Kunnen wij dat in Gods naam dan ook tegen elkaar zeggen? Ja! Ik maak ruimte voor jou, leef in vrede? En belangrijker nog… tegen onszelf? Ja, ik mag ruimte hebben. Ja, vrede met mijzelf?
—
Laat het daarmee ook in jouw bestaan beginnen. Met het Ja dat ruimte maakt en vrede geeft. Als er een nee nodig is, komt dat vanzelf wel boven. Het nee tegen alles wat een ander ruimte ontneemt. Tegen de laars die dreunend stampt en de mantel waar bloed aan kleeft. Het vurige nee tegen alles wat de ruimte schendt die jij zelf mag innemen. Het nee tegen alles wat de vrede verstoort.
Het nee mag er ook zijn. Maar het krijgt pas kracht als het groeit vanuit een ja.
Daarom, vanaf de plek die ik hier inneem aan jullie allen, in Gods naam.
JA!
Lees ook: Iets lelijks voor kerst (kerstpreek 2013)