Polarisatie is een tegenstelling van ideeën, niet van gevoelens. Er wordt een idee geschapen over de identiteit van een tegenpartij, en daar staat dan de identiteit van de eigen partij tegenover. Dat men hierbij kort door de bocht gaat is geen issue. Hieronder beschrijf ik het proces van polarisatie in drie stappen met drie rollen. Opnieuw enkele observaties gebaseerd op het boek Polarisatie van Bart Brandsma.
Het proces van polarisatie
Het proces van polarisatie laat zich omschrijven als een pool die zich afzet tegen een andere, waardoor de andere pool zich tegen de ene afzet. Ze bewegen zich bij elkaar vandaan, weg bij het midden, weg bij de verbinding. De tegengestelde bewegingen hebben vaak een persoon die zich als de stem en het gezicht ervan manifesteert. Dat is de ‘pusher’, iemand die voelt dat hij moreel gelijk heeft, voor dat morele gelijk wil vechten, geniet van de aandacht die dat oplevert en op de koop toe moet nemen dat het gevecht offers vraagt. Die offers variëren van een doorsnijden van verbindingen met andere mensen, tot het ontvangen van doodsbedreigingen.
Eenmaal deze weg ingeslagen, is het voor de pusher lastig om tot stilstand te komen, laat staan om te keren. De mate van investering in het eigen standpunt, de hoeveelheid offers die zijn gebracht maken het onmogelijk terug te keren naar meer nuance: dan zou het immers allemaal voor niets zijn geweest. Of, zoals het waarschijnlijk voor een pusher eerder voelt: “dan hebben zij gewonnen”.
Medestanders
Rondom de pushers verzamelen zich medestanders, ‘joiners’. Zij ventileren minder extreme standpunten, maar laten zich wel in het kamp van wij tegen zij trekken. Hoe meer mensen zich bij de pusher voegen, des te lastiger wordt het voor hem om te keren. Zij hebben immers ook geïnvesteerd, verbindingen verbroken, en de rechtvaardiging daarvoor ontleend aan de standpunten van de pusher.
De pusher moet het vuurtje van de polarisatie af en toe van nieuwe brandstof voorzien om ook de joiners tevreden te houden. Hij moet tegelijkertijd niet te extreem worden, omdat de joiners dan kunnen afhaken. Door nieuwe brandstof toe te voegen, bewegen de polen weer een stapje bij elkaar weg.
De ‘midden’standers
Hoe meer polarisatie, hoe verder de polen zich bij elkaar weg bewegen, des te groter de druk op de derde groep in het plaatje: zij in het midden. In het midden vind je mensen die zich soms bewust, soms minder bewust geen lid voelen van een van de beide groepen. Het kan ze niets schelen, of ze hebben een genuanceerd standpunt.
De strijd van de pushers lijkt gericht te zijn op de partij aan de overkant, wij tegen zij. Maar in werkelijkheid richten de pushers zich op het stille midden, de ‘silent’, de letterlijke middenstanders. Ze proberen hen tot een keuze te bewegen: wie niet voor ons is, is tegen ons.
Het is de identiteit, stupid
Omdat polarisatie over gevoelens gaat, is redelijkheid geen goed antwoord. Dat kan een machteloos gevoel oproepen als je iets aan polarisatie wilt doen. Men is niet zo gevoelig voor de feiten. Een deel van de eigen identiteit hangt bij pushers en joiners bovendien af van de wij-zij tegenstelling.
Mensen kunnen niet zonder een onderscheid in identiteiten. We hebben een beeld nodig van wie we zijn, en dat brengt als vanzelf een beeld mee van wie we niet zijn. Polarisatie ligt dus altijd op de loer. Hoe ontkom je eraan zonder je uit het publieke gesprek terug te trekken?
Meer lezen? Klik hier voor het vorige deel en klik hier voor het volgende deel
Dit stuk is gebaseerd op ‘Polarisatie, inzicht in de dynamiek van wij- zij denken’ van Bart Brandsma (november 2016) Je kunt het hier bestellen.
Wij tegen zij - een denkbeeldige tegenstelling (over polarisatie)
[…] Meer lezen? Klik hier voor deel 2 […]
Mikken op het midden: hoe goede en foute initiatieven bijdragen aan polarisatie
[…] in een vorige post opgemerkt: het gaat de pushers helemaal niet om de vijand aan de andere pool. Het gaat om het […]