Overweging bij Rechters (Richteren) 6 en 7
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Soms weet je gewoon niet meer hoe het verder moet. Als alles tegenzit, en meer dan dat. Als plaag na plaag je treft, om het maar op zijn Bijbels te zeggen. Wat moet je dan nog?
We kunnen het op zijn Bijbels zeggen, omdat we legio Bijbelverhalen hebben waarin deze situatie geschetst wordt. Zo ook het verhaal van vanmorgen.
Zeven jaar achtereen komen ze ieder jaar als de oogst rijp is. Als een vlucht sprinkhanen zwermen de nomadenvolken van Amalek en Midjan vanuit de woestijn in het Zuidoosten over Israël uit, slaan hun tenten op, plunderen het land en doden wie ze tegenkomen. Van de oostgrens tot helemaal aan de zee.
Het volk zucht en roept om hulp. En tot wie richt je je nog, als je totaal machteloos bent? Nood leert bidden, is de wrange uitspraak niet voor niets. Als alle hoop op aardse wegen verloren is, roept het volk naar God.
Dat is een patroon dat je steeds tegenkomt in verhalen in het Oude Testament. Rampspoed treft het volk, dat als het water ze tot de lippen staat God aanroept.
En God reageert, bij monde van een profeet. Die wijst het volk erop dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor de tegenslag. Ze hadden een heldere overeenkomst met God. De Eeuwige zou zijn volk het beloofde land in bezit geven, en het zou daar in vrede en voorspoed leven mits ze het deze God in ere zouden houden.
In het verhaal dat we lazen hoorden we dat ze dat niet hadden gedaan. Het volk had vreemde goden toegelaten. En daarom had God zijn vleugels van bescherming van ze afgetild.
De Eeuwige verloren, rampspoed geboren. Dat is het bekende verhaalpatroon.
Dat God mensen ellende zou sturen om ze een lesje te leren, ik snap dat die verklaring verzonnen is. Want als je ergens door wordt getroffen wat je niet in de hand hebt, iets wat je alle controle uit handen slaat, dan zoek je naar de orde achter de wanorde. De reflex die je ook ziet bij een ongeval, of iemand die getroffen wordt door een ernstige ziekte of een hartstilstand: eerst vragen of het niet aan hem of haarzelf gelegen heeft. En die reflex die we bij een ander hebben, hebben we ook bij onszelf. Wat hebben we verkeerd gedaan dat ons dit treft? Met daarachter de gedachte: als we het goed zouden hebben gedaan, was ons dit niet overkomen. Of als we het in de toekomst beter doen, overkomt ons dit niet meer. Lesje geleerd.
Liever eigen schuld dan pech. Liever slachtoffer van een hogere orde, dan wanorde. Liever een aanwijsbare oorzaak, dan onvoorspelbare pech. Als wij het dan niet in de hand hebben dan tenminste God, God wat hebben we gedaan, waar heb ik dit aan verdiend.
Maar het is wat problematisch. Als je consequent verder denkt zou het in deze lijn van gedachten trouwens de rechtvaardigen goed moeten gaan en de onrechtvaardige slecht. En dat is niet zo.
Misschien gaat het niet om de schuldvraag.
Als we nu eens heel klein maken wat daarna gebeurt. Het volk heeft om hulp geroepen, en ze zijn op hun plaats gezet. En op zomaar een plek in het land wordt zomaar een man dan plotseling aangesproken. In het verborgene, niemand weet daarvan. Gideon heet hij. Onttrokken aan de blik van de mensen wordt hij geroepen om in beweging te komen.
Als je dat nu eens heel klein maakt en terugbrengt naar de ervaring van je eigen leven. Wat heb jij meegemaakt zoals je hier nu zit? Wat waren de momenten van ellende waarvan je dacht dat die nooit over zou gaan, niet eens minder zou worden? Wat waren de momenten waarop je dacht dit is te groot voor mij, het is genoeg. Wat waren de momenten waarop tegenslag je als een sprinkhanenplaag overviel, je helemaal kaalvrat, en je niets anders kon doen dan “help” zeggen. Nood leert bidden, een schietgebedje of een onze vader als de woorden je ontgingen. En wat heeft dat je gebracht?
Soms brengt het rust.
Soms weet je gewoon niet meer hoe het verder moet. Als alles tegenzit, en meer dan dat. En als alle verklaringen voor het leed je niet verder helpen kun je niet anders dan bij de pakken neer gaan zitten. Bij die pakken laat God je niet zitten. In het verhaal van Gideon komt de Eeuwige hem tegemoet, in Gideon komt God de mensen van zijn tijd tegemoet. En vanaf de bodem komt de ommekeer. Daar ontstaat soms iets nieuws, iets hoopvols. De hoop dat je weer op zult staan.
Zit je dus bij de pakken neer, en weet je niet hoe het verder moet. Geplaagd door omstandigheden, door gedachten, laat dat maar even zo zijn. Je hoeft het even niet te weten. Want niet weten hoe het goedkomt wil niet zeggen dat het niet goed zal komen.
De Eeuwige verloren, rampspoed geboren? We moeten niet de nadruk leggen op de schuldvraag, maar op de hulpvraag. En dan groeit wat schijnbaar hopeloos en machteloos en uitzichtloos was, in het verborgene uit tot iets nieuws.
Mag deze hoop ons inspireren.
Mag deze hoop ons op doen staan
Amen