Kom af en toe even tot jezelf

Bij 2 Koningen 4 en Marcus 1:29 en verder.

Gemeente van onze Heer,

Ik sluit de meditatie straks af met een gedicht.

Dit is een meditatie voor mensen met drukke levens. Voor jullie allemaal dus. Want wie je het ook vraagt, of je nu werk hebt of niet, net aan je carrière begonnen bent of met pensioen, het leven is druk. En drukte lijkt ons maar twee alternatieven te geven. Óf we gaan over onze eigen grens. Óf we maken uit zelfbescherming de verbinding met anderen oppervlakkig. Herkenbaar?

Ik heb het verhaal van Elisa en de vrouw uit Sunem een aantal keer gelezen. En nu zou ik daar graag een aantal dingen uithalen om uit te leggen. Maar elke keer als ik het lees valt me vooral op hoe prachtig dat verhaal als verhaal is. De details geven het verhaal zo’n rijkdom. Ze richt niet zomaar een vertrek in haar huis voor Elisa in: ze geeft de opdracht er een bed, een stoel, een tafel en een lamp neer te zetten.
En als hij laat informeren wat hij in ruil voor haar kan doen, misschien een goed woordje doen bij de bestuurders van het land, dan komt ze uiteindelijk met hem in gesprek. Waarbij staat dat ze in de deuropening blijft staan. Niet bedeesd, maar volgens de sociale en religieuze conventies van die tijd – zij is vrouw en hij is man, een heilige man.
De schrijver maakt daarmee ook meteen duidelijk dat het niet Elisa is die de zoon verwekt die zij een jaar later krijgt… ze blijft in de deuropening staan.
De jongen wordt niet zomaar ziek, hij roept ‘mijn hoofd mijn hoofd’. En hij sterft bij haar op schoot. Dan laat ze een ezelin zadelen om naar Elisa op de Karmel te gaan.
En als haar man informeert zegt ze: “laat me nu maar.” Eenmaal bij Elisa aangekomen wil ze haar verhaal niet bij Ghechazi zijn knecht doen: oh het gaat goed zegt ze. Pas bij Elisa gekomen doet ze haar verhaal. En dan houdt ze net zolang vol tot hij zelf met haar mee terug naar Sunem gaat. Daar geeft Elisa de jongen met zijn eigen levenswarmte de levenskracht weer terug en niest hij zeven keer. En zij krijgt haar zoon terug.

Ik kan stil worden van zo’n verhaal. En dat is natuurlijk mede te danken aan de soepele vertaling waarin we het lezen. Deze vrouw is een mens die het goede doet. En zo krachtig is. Een voorbeeld. Een voorbeeld voor mensen in hoe ze aan de ene kant vertrouwt, maar als er actie gevraagd wordt niet lijdzaam afwacht. Een voorbeeld voor mensen hoe ze aan de ene kant de sociale en religieuze begrenzingen van haar tijd volgt, maar aan de andere kant heel krachtig haar eigen grenzen gewaar is en aangeeft. En dit komt samen in dat zinnetje midden in het verhaal: “laat me nu maar!”

Laat me nu maar. Eigenlijk zit alles daarin. Je zou er spontaan Ramses Shaffy bij gaan zingen. “Laat me…” Maar waar Shaffy zijn eigen wereld en regels creëerde, is deze mens in Sunem krachtig in de verbinding.

Daar ligt een brug met het verhaal uit het evangelie vanmorgen. Ik heb besloten even voorbij te gaan aan het genezingsverhaal. De link die de bijbelleesroostermakers leggen is natuurlijk dat Jezus de moeder van Petrus helpt die voor hem zorgt, zoals Elisa de Sunemitische vrouw helpt die voor hem zorgt. Alsof het voor wat hoort wat is. Ik vind de link tussen de vrouw uit Sunem en Jezus zelf veel sterker. “Laat me nu maar.” Het vraagt een sterk besef van wie je zelf bent, om te gaan staan voor je grenzen en tegelijkertijd in verbinding te blijven met anderen. Dat ik dat bij de vrouw uit Sunem waarneem, mag duidelijk zijn.

Bij Jezus zie ik dat natuurlijk ook. En dan in het volgende stukje:

Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden. 36Maar Simon en de anderen die bij hem waren, gingen hem vlug achterna, 37en toen ze hem gevonden hadden zeiden ze tegen hem: ‘Iedereen is naar u op zoek!’ 38Toen zei hij: ‘Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen hier in de omtrek, zodat ik ook daar het goede nieuws kan brengen. Daarvoor ben ik immers op weg gegaan.’

Er wordt zoveel op Jezus bordje gelegd. Mensen slepen hun zieken naar hem toe: leg ze de handen op. Hij lijkt daarin geen grenzen te kennen. Alle inwoners van de stad verzamelen zich bij de deur van het huis waar hij verblijft. Geen wonder dus dat hij zich in de vroege morgen terugtrekt. Als het nog donker is en iedereen slaapt. Om even met zijn binnenwereld bezig te zijn. Te bidden op een eenzame plek. Tot zichzelf te komen. Het vraagt een sterk besef van wie je zelf bent om verbinding aan te gaan en tegelijkertijd te kunnen gaan staan voor je eigen grenzen. Jezus trekt zich in de evangelieverhalen vaker terug. Het bidden dat hij daar dan doet is misschien wel net zozeer een manier om tot zichzelf te komen als om zich op God te richten.

Hij krijgt nauwelijks de tijd van zijn leerlingen. Want hij heeft zich nog niet teruggetrokken of ze komen hem zoeken. “Iedereen is naar u op zoek, kom terug.” Nee, zegt hij dan. We gaan verder. Blijkbaar heeft hij zijn grens bereikt… dat lees ik er althans vanmorgen in. Met een bril die gekleurd is door het verhaal van de vrouw uit Sunem. “Het is genoeg geweest. Laat me nu maar gaan.”

Dit is dus de kern van de teksten die ik er vanmorgen uithaal. Dat je, om in verbinding te blijven en toch je grenzen aan te geven, een besef nodig hebt van wie jij bent. En dat je daarin kunt investeren. Door van tijd tot tijd tot jezelf te komen. Ons, mensen met drukke drukke levens, gun ik dat allemaal. Ik ben benieuwd wie je daar ontmoet, als jij tot jezelf komt.

Liefde na liefde

De tijd zal komen
dat je, met grote verrukking,
je eigen aankomst zult begroeten
bij je eigen deur, in je eigen spiegel
en elk zal naar het welkom van de ander glimlachen,

en zeggen: Ga zitten. Eet wat.
Je zult opnieuw de vreemdeling liefhebben die je zelf was.

Geef wijn. Geef brood. Geef je hart terug
aan zichzelf, aan de vreemdeling die jou je hele leven

heeft liefgehad, die je miskende
voor een ander, die je tot in je ziel kent.
Haal de liefdesbrieven uit de boekenkast,

de foto’s, de wanhopige aantekeningen,
pel je eigen beeld uit de spiegel.
Ga zitten. Geniet van het feest van je leven.

Derek Walcott (1930-2017)
Vertaling: Daan Bronkhorst

Amen