Van verwachting naar verrassing

Overweging bij Micha 4, en Micha 5:1-5

Lieve gemeente,

We komen er de laatste tijd steeds weer achter dat de verhalen van het Oude Testament allerlei sporen dragen van de omstandigheden waarin ze zijn ontstaan. En juist via die omstandigheden kunnen we de verhalen plaatsen, ook in ons bestaan.

Twee weken geleden lazen we Ruth, en leerden we dat je dat bijbelboek zou kunnen zien als bedoeld voor de teruggekeerde ballingen uit Babylon, die worstelden met de vraag of het wel juist was om te trouwen met een niet-joodse partner. Reken er maar op, zeiden de schrijvers, dat de trouw en volharding van Ruth haar een volwaardig onderdeel van het volk maken.

En iets langer dan een maand geleden lazen we uit Ezechiël, die leert dat profetische woorden sterk genoeg zijn om een dal vol dorre beenderen weer op de been te helpen. Zo wordt hij aangemoedigd om woorden van hoop en bemoediging te spreken naar de mensen die gedwongen zijn meegevoerd naar het verre Babylon.

En daarvoor kwam Jesaja voorbij, die spreekt tegen de mensen die zijn teruggekeerd uit Babylon, toen de Perzen het wereldrijk van de Babyloniërs als het ware hadden overgenomen.

De omstandigheden waarin het Oude Testament is ontstaan, zijn die van een klein land met een eigen koning in een regio waar wereldrijken elkaar afwisselen. Na de Perzen kwamen de Romeinen. Voor de Perzen waren er de Babyloniërs. En voor de Babyloniërs waren er de Assyriërs. En een geschiedenis getekend door deportatie of de angst daarvoor.

Want onder de Assyriërs was een groot deel van de bevolking van het noordelijke rijk weggevoerd en nooit teruggekeerd. En onder de Babyloniërs leek dat ook het geval.

Het heeft zijn sporen achtergelaten in de religieuze overtuigingen: God die zich ontfermt over de kwetsbaren, die voor de zwakke in het strijdperk treedt. Mensen van wie verwacht wordt dat ze hetzelfde voor elkaar doen, zorgen voor de weduwe, de wees, de vreemdeling in het land. Het besef van menselijke kwetsbaarheid en menselijk tekort is diepgeworteld.

Het is een wonder dat de joodse godsdienst is blijven bestaan als je de geschiedenis ziet. En het is goed dat zij is blijven bestaan, want het besef van menselijke kwetsbaarheid en tekortschieten is een welkom tegengif tegen alle schreeuwers en potentaten in de wereld. En het beeld van een God die zich ontfermt over de zwakken is een welkome troost voor wie slachtoffer zijn van hun medemensen of van hun eigen gedachten.

Steeds weer worden verwachtingen op hun kop gezet. Blijkt God net anders dan verwacht. Het haalt je uit je comfortzone en brengt je tot elkaar.

Ook de profeet Micha was actief tijdens een tumultueuze periode in de geschiedenis van Israël.

Volgens het boek profeteerde Micha tijdens de koningen Jotham, Ahaz en Hizkia, die regeerden aan het einde van de achtste en het begin van de zevende eeuw (759-687 v. Chr.). In deze tijd beleefden Israël en Juda grote onrust toen de Assyriërs de regio binnenvielen.

De Assyriërs veroverden Samaria, de hoofdstad van het noordelijke koninkrijk en het zuidelijke koninkrijk Juda werd ook militair bedreigd. Tijdens de regering van Hizkia over Juda voerde de Assyrische koning Sennacherib een militaire campagne (701 v. Chr.) waarbij hij verschillende steden in Juda aanviel voordat hij zich uit Jeruzalem terugtrok.

Terwijl er bedreigingen waren op het internationale toneel, waren er ook grote veranderingen in de cultuur. De economie van Juda groeide en kreeg voor het eerst te maken met geld. Tot dan toe was er ruilhandel. Volgens Micha vierden corruptie en hypocrisie hoogtij. Ergens in het derde hoofdstuk waarschuwt hij “Hoor toch wat volgt, leiders van het volk van Jakob en heersers van het volk van Israël, jullie die de gerechtigheid verafschuwen en al wat recht is krom maken, die Sion bouwen op bloed en Jeruzalem op onrecht. De leiders spreken er recht in ruil voor geschenken, de priesters geven onderricht tegen betaling, de profeten voorspellen voor geld, terwijl ze zich op de HEER beroepen en zeggen: ‘De HEER is toch in ons midden? Ons zal geen onheil treffen.’ Daarom, door jullie toedoen, zal de Sion als een akker worden omgeploegd, zal Jeruzalem een ruïne worden en de tempelberg een overwoekerde heuvel.”

Maar dan in het vierde en vijfde hoofdstuk komt er een verrassing. Micha belooft dat Gods oude verbond met Israël veilig en betrouwbaar is. Jeruzalem, Sion, als beeld voor het land waar God en mensen zich aan hebben verbonden, wordt als vrouw in barensnood beschreven. Barensnood kan doodsnood zijn, weeën lijken in hun pijn eindeloos te kunnen duren. Maar ze zullen voorbijgaan. En in hoofdstuk 5 hoorden we dat Micha zegt dat Gods verbond met David – het verbond van “lang vervlogen tijden” – eeuwig is en nog steeds van kracht is, zelfs nu Juda wordt bedreigd. Het verbond zal worden bekrachtigd met een nieuwe leider in de lijn van David.

Maar deze nieuwe heerser zal niet uit Jeruzalem komen, de koninklijke stad, maar uit Bethlehem, een klein dorp. Hij zal geen militaire macht uitoefenen zoals de Assyriërs, maar zal er een van vrede zijn die voor zijn volk zorgt als een herder. Er zijn verschillende toespelingen op David in het beeld van deze heerser, waaronder de geboorteplaats van de nieuwe heerser in Bethlehem, dat ook de geboorteplaats van David was, en zijn pastorale imago als herder, het beroep van David.

Het is een rode draad in de Bijbel dat God er blijkbaar plezier in schept om menselijke verwachtingen overhoop te halen. Abraham en Sara verwachtten niet dat ze op hoge leeftijd nog een kind zouden baren, en toch was Isaak, wiens naam “hij lacht” betekent, zo’n absurde verrassing dat Sara erom moest lachen. David, de kleinste van zijn broers, werd tot koning gezalfd. Op dezelfde manier zal de heerser die in het orakel van Micha wordt beloofd uit een onverwachte hoek komen, op een onverwachte manier.

Deze goddelijke gewoonte om de dans anders te dansen dan je verwacht, klinkt volgende week ook door in het Nieuwe Testament, als Maria een verrassingsaankondiging krijgt dat ze een kind zal baren en als Jezus de wereld binnenkomt, niet als een triomferende heerser maar als een kwetsbaar kind. Al weten we nu ook dat de vrouw die zwanger is en een kind zal baren in Micha 5 eerder verwijst naar vrouwe Jeruzalem voor wie een einde komt aan haar barensnood, dan dat het een vooruitblik op Maria is.

Nou ja misschien is het allebei. In de Bijbel gebruiken schrijvers verhalen uit de traditie om hun heden betekenis te geven. Micha 5 is een van de teksten waarnaar de evangelisten verwijzen om iets uit te leggen van wie Jezus is. In het Evangelie van Matteüs citeren de wijzen uit het Oosten de profetie van Micha om Koning Herodes te informeren dat de Messias in Betlehem geboren zal worden. In de achtste-eeuwse context waarin het ontstond, biedt de profetie van Micha een specifieke belofte aan een specifieke gemeenschap. Maar het is logisch dat de volgelingen van Jezus zijn leven en werken in het licht van dat onverwachte handelen van God hebben gezien.

Want dat is de basis, dat onverwachte. Het licht van God dat onze verwachtingen open laat spatten. Dat is ook de basis van hoop, dat het anders kan zijn dan verwacht. De ironie van Advent is, dat het heel christelijk is om datgene te verwachten wat je niet verwacht. Het onverwachte te verwachten. We vergeten dat misschien een beetje, want we lezen immers ieder jaar weer hetzelfde verhaal. Voor ons is het gesneden koek en we rekenen erop. Het wordt Kerst. Wat we verwachten is ingevuld.

Micha roept ons dan, net als andere profeten, op om Gods aanwezigheid te verwachten in de verrassing. Om ook daar te kijken waar we hem misschien niet verwachten. De profetie van Micha dat de nieuwe vredevorst uit het onbetekenende Bethlehem zal voortkomen en niet uit Jeruzalem herinnert ons eraan dat de belofte van Gods verbond iets is waar we op mogen vertrouwen, maar dat de manier waarop God dat verbond bekrachtigt, niet altijd voorspelbaar is.

De profetie van Micha is ontstaan in een wereld die gevangen zit in de verbijstering van geweld, onzekerheid en economische ontwrichting. Hoewel er veel is dat ons scheidt van het achtste-eeuwse Juda, wijken deze omstandigheden niet veel af van de onze. Ook wij kennen terreur en kwetsbaarheid op nationaal, internationaal en persoonlijk vlak. Ook wij zoeken hoop dat de wereld anders zal zijn. Ook wij verlangen naar veiligheid en vrede.

De belofte van Micha is dat God trouw zal zijn en op verrassende manieren zal verschijnen. Nu Advent ten einde loopt, nodigt Micha ons uit om Gods aanwezigheid te zoeken waar we die het minst verwachten, en om afgestemd te zijn op de stemmen van de kleinen, de machtelozen en de kwetsbaren. Zijn we bereid om open te blijven staan voor de komst van de Heilige in ons midden? Zijn we nog in staat om verrast te worden?

Amen