Verhaal voor kinderen over de dood

Een verhaal voor kinderen over de dood. Als je zo’n verhaal zoekt kom je meestal bij Toon Tellegen uit. Over het afscheid van Mier. Maar dat is te ingewikkeld voor jonge kinderen.

Misschien heb je dan iets aan mijn verhaal over Rups.


Rups ligt langs de weg. En hij ligt heel erg stil. Hij zegt niemand gedag. 

Zo kennen de anderen hem helemaal niet. Normaal is Rups altijd degene die als eerste HALLO roept als hij je ziet.

‘Hé wat is er Rups,’ zegt Sprinkhaan.
‘HÉ, WAT IS ER,’ roept Sprinkhaan nog eens, ‘GEEF EENS ANTWOORD!’
Maar Rups blijft liggen, stil, en zegt nog steeds niks.

‘Kun je niet opstaan Rups?’ zegt Mier, ‘Wacht maar ik help je wel even.’ En hij steekt zijn handen onder Rups zijn armen en hijst hem overeind. Maar op zijn eigen benen staan dat doet Rups niet. Mier laat hem maar weer zakken. Zo ligt hij daar weer stil en zegt niks, Rups.

Tor komt eraan en geeft hem duwtjes.
Meikever kietelt hem.
Krekel blaast in zijn oor.
Bij roept heel hard “alsjeblieft!”
Vlieg doet boos en mopperig.
Duizendpoot huilt.
Het helpt allemaal niks.

Dan komt Lieveheersbeestje voorbij. Eerst kijkt zij eens goed. Ze zegt niets en doet niets. Ze gaat alleen maar zitten. Naast Rups. Langs de weg. 

Zo zit ze daar een dag. En een nacht. En nog een dag. En na drie dagen hoort zij zachtjes zuchten. Dat is Rups… die opengaat.

‘Zie je wel,’ zegt Lieveheersbeestje, ‘ik wist wel dat je het in je had. Toe maar, vlieg maar, wees niet bang!’

En in het licht van de eerste zonnestralen slaat een nieuwe Vlinder zijn vleugels uit en vliegt weg, verder weg, en nog verder weg tot je hem niet meer kunt zien.

 

 

Wat zeg je tegen een kind, als iemand gestorven is? Lees het hier